Het kendo wordt beoefend met een shinai (bamboezwaard); er worden treffers geplaatst op de men (hoofd), kote (pols) en do (bovenlichaam) en er is een tsuki (steek) naar de keel. Tijdens het sparren worden deze trefvlakken goed beschermd door een bogu (beschermende uitrusting). Het beoefenen van kendo is een explosief en uiterst geconcentreerd gebeuren: één moment van concentratieverlies betekent verliezen. Opvallend bij kendowedstrijden of -trai ningen zijn verder de vele kiai (kreten), deze vormen een wezenlijk onderdeel van het kendo. Ze zijn niet alleen bedoeld om de tegenstander te imponeren maar ook om de ademhaling te reguleren.
Beginnende kendoka trainen in eerste instantie zonder bogu. Afhankelijk van de inzet en de vaardigheid is het mogelijk om na enkele maanden in een volledige uitrusting te trainen. Het zelf aanschaffen van een bogu is niet direct noodzakelijk; in het begin kan de kendoka een bogu van de vereniging lenen.
Kendo Kai Higashi organiseert ook regelmatig een beginnerscursus Kendo. Meer informatie is beschikbaar via deze link.
Voor meer informatie betreft Kendo, kunt u terecht op bijvoorbeeld Wikipedia.